(Uit)peddelen: Hoe kom je voorbij de branding?

Photo by: Jan Bijl

Photo by: Jan Bijl

Om golven te pakken moet je goed kunnen peddelen, maar hoe doe je dat eigenlijk? Waarom is het zo belangrijk en wat kun je doen om bij de volgende surf sessie makkelijker voorbij de branding te komen?

Waterverplaatsing

Tijdens het peddelen wil je zoveel mogelijk water verplaatsen. Hoe meer water je verplaatst, hoe verder je zelf naar voren gaat. Er zijn verschillende dingen waar je op kunt letten.

  1. Het is belangrijk om je arm diep door te halen en te proberen een zo groot mogelijke slag te maken. Dit kun je doen door je hand diep in het water te steken en je arm helemaal van voren naar achteren langs je board te bewegen. Vooral het laatste stukje waterverplaatsing kost veel moeite, maar het is wel belangrijk. Zorg dat je doorhaalt totdat je je board bijna weer aanraakt.

  2. Til vervolgens je elleboog op om de volgende peddelslag te maken. Deze beweging is sneller en kost minder moeite dan dat je je hele arm naar buiten toe beweegt.

“Je hebt liever drie goede peddels, dan tien peddels die over het water aaien en waarbij je niet vooruit komt.”

  1. Ook je positie op je board kan helpen om beter te peddelen. Je board moet eigenlijk zo plat mogelijk liggen. Als je bijvoorbeeld teveel op je rails duwt, krijg je meer frictie in het water en dat zorgt voor minder “glide”... Probeer daarom je buik, billen en rug aan te spannen, benen bij elkaar te houden en strak te blijven liggen op het midden van je board. Je wilt eigenlijk je bovenlichaam stil houden en alleen je armen bewegen.

Stromingen

Stromingen kunnen je grootste vijand en je grootste vriend zijn tijdens het surfen. Ze kunnen je honderd meter naar links of rechts meevoeren, maar je kunt een mui ook gebruiken om achter de branding te komen. Een mui is de plek waar het water van de golven dat op het strand ligt weer naar buiten toe komt. Hier gaat de stroming dus naar buiten toe. Deze stroming kun je gebruiken om zelf ook naar buiten te komen. Je kunt een mui herkennen aan:

  • Dat er geen golven breken en het vaak een dieper gedeelte in de zee is.

  • Het is vaak het onrustige stuk van de zee met kleine golfjes en kabbelend water.

  • Ook drijft er af en toe plastic, blaadjes of takjes in wat is meegenomen van het strand.

Langs havenhoofden heb je vaak een mui. Bij Scheveningen bijvoorbeeld, deze mui wordt door veel surfers gebruikt om achter de branding te komen wanneer de golven groot zijn. Er zijn wel een paar punten waarop je goed moet letten als je zo’n mui gebruikt om achter de golven te raken:

  1. Als er veel golven zijn heb je een grotere mui en als er weinig golven zijn heb je een kleinere mui.

  2. Als je een mui gebruikt om achter de golven te komen, is het belangrijk dat je op tijd weer uit de mui peddelt, anders wordt je met de stroming mee de zee op gevoerd...

  3. Peddel nooit tegen de stroming in, je raakt snel vermoeid en het helpt niet om vooruit te komen. Om uit de mui te komen, moet je 90 graden van de stroming richting de golven toe peddelen. Als je bij de golven bent, kan je altijd een golf terug naar het strand pakken.

Timing

Wellicht ken je het wel, je bent al een aantal sets onder de golven aan het duckdiven, maar je komt er maar niet doorheen. Het moment dat je het water ingaat, kan hierbij helpen makkelijker achter de branding te komen. Pepijn leert tijdens zijn coaching altijd de volgende punten aan zijn leerlingen:

  1. Als er een nieuwe set aankomt, is een goed moment om het water in te lopen. Het duurt namelijk altijd even voordat je bij de break bent.

  2. Als je tot je heupen in het water staat, komen waarschijnlijk de laatste twee golven op je dak. Daarna kun je in de rust tussen de twee sets door makkelijk naar achteren peddelen. Als je in de rust het water ingaat, krijg je waarschijnlijk de hele volgende set over je heen. Kijk dus altijd eerst of er een set aankomt, hoe groot deze is, hoeveel golven het bevat, en loop het water in als de nieuwe set net inkomt. Als deze klaar is, moet je heel hard gaan peddelen en door blijven zetten tot je achter de branding bent.

Conditie

Om goed te kunnen peddelen is ook een goede conditie erg belangrijk. Hierdoor houd je het peddelen langer vol. Genoeg bewegen in het dagelijks leven en fit zijn is belangrijk, omdat je lichaam dan leert om te gaan met verzuring. Het beste om je conditie te verbeteren blijft natuurlijk zoveel mogelijk surfen. Los van het surfen kun je cardio doen zoals hardlopen, fietsen, zwemmen en roeien. Surf specifieke conditie is alleen wat anders dan algemene conditie. Iemand die goed kan hardlopen kan niet automatisch goed surfen, maar iemand die goed kan zwemmen kan waarschijnlijk al makkelijker leren surfen. Dit komt doordat de conditie die ze hebben opgebouwd met deze specifieke sport veel lijkt op de conditie die van pas komt tijdens het peddelen.

Pepijn merkt tijdens zijn coaching dat de mensen die vroeger op bijvoorbeeld wedstrijdzwemmen hebben gezeten veel sneller leren surfen, omdat ze langer kunnen peddelen voordat ze moe zijn. Ze pakken veel meer golven, waardoor ze vaker kunnen oefenen en op die manier sneller vooruitgaan.

Als je wilt werken aan je surf conditie en je niet vaker in zee kunt liggen, begin met zwemtraining. Dit is voor de meeste beginnende/intermediate surfers dé manier om meer golven te pakken tijdens hun surfsessies. Begin met 1-2x per week buiten je surfsessies om met dit zwemschema. Je zult snel merken dat je vooruit bent gegaan als je na een paar weken de zwemtraining te doen weer in het water ligt.

Board, duckdive & turtleroll

Verder kan ook je board keuze veel invloed hebben op hoe makkelijk je voorbij de branding kunt komen. Hoewel je met een longboard sneller kunt peddelen, kom je ook moeilijker door de branding heen, omdat je moeilijker kunt duckdiven. Met een te klein board is het weer lastig om lekker te peddelen

Om voorbij de branding te komen, kunnen duckdiven en de turtle role van pas komen. Bij zowel het duckdiven als de turtle role probeer je ervoor te zorgen dat je niet (volledig) door de golf wordt meegenomen. Bij het duckdiven wil je onder de pocket door duiken, het ongebroken gedeelte van de golf wat het meest krachtig is. Als je niet diep genoeg duikt, wordt je alsnog door de golf meegenomen. Duckdiven doe je als volgt:

  1. Duw je je board naar beneden met je handen.

  2. Druk daarna je knieën op de tailpad om de achterkant van je board naar beneden te duwen. Als er grotere golven zijn kun je de tailpad ook met je voeten naar beneden duwen.

  3. Nadat je de tailpad naar beneden hebt gedrukt, kun je je board met je handen naar voren duwen om het drijfvermogen achter de golf te krijgen. Dan wordt je onder de golf door gelanceerd.

Om goed te duckdiven moet je dus de neus van je board naar onder krijgen, er goed op leunen en je board verder met je voet of knie naar beneden duwen. Ook met een groter board kun je duckdiven. Je kunt dan de neus van je board iets schuiner onder water duwen door iets meer op je linker- of rechter rail te drukken in plaats van recht naar voren te duwen. Vervolgens moet je hard met je knie of voet duwen.

Met een groter board kun je ook de turtle role doen. De turtleroll werkt als volgt:

  1. Je draait je board om, zodat je vinnen naar boven liggen en jij onder je board hangt. Je houdt daarbij je board stevig vast.

  2. Als de golf over je board heen is gerold, draai je je weer terug om. Je kunt dan weer verder peddelen tot de volgende golf eraan komt.

De turtle role zorgt ervoor dat je niet volledig gepakt wordt door de golf, al is het minder efficiënt dan duckdiven. Hopelijk helpen deze tips om de volgende keer makkelijker door de branding te komen!


SURFTIPS PODCAST: PEDDELTRAINING EN EFFICIËNT PEDDELEN

Dé surf podcast voor surfers, door surfers die je helpt om beter te leren golfsurfen. Praktische tips, handige tricks en inspirerende verhalen van Nederlandse bodem. Voor beginnende surfers tot surfers die pro willen worden. Gehost door Pepijn Tigges en Jurjen van den Broek.

WANT TO WORK TOGETHER WITH PEPIJN?

A complete and personal training program which suites your lifestyle and works on your weakpoints. A complicated world full of confusing details made easy with a surfcoach that helps you take the next steps in your surfing skills.

⭐⭐⭐⭐⭐

“Pepijn has been coaching me for three months and I can highly recommend his online program! The training is individualised, so you get to decide you’ll be working on. Pepijn provided me with a variety of training plans (strength, surf skate, swimming) and he continuously adapted the training over time.”

- Diana Charlotte

Previous
Previous

Hoe kies ik het juiste surfboard uit?

Next
Next

Leer voorspellen wanneer er goede golven zijn in 10 minuten.